Gepubliceerd op 04-12-2017

lokaal

betekenis & definitie

lokaal - Bijvoeglijk naamwoord
1. plaatselijk, van beperkte omvang
De kleinere beurzen hebben een wat lokalere functie.

lokaal - Zelfstandignaamwoord
1. een ruim vertrek dat voor een bepaald doel gebruikt wordt
Ze mochten het lokaal niet verlaten.

Woordherkomst
afgeleid van het Franse local (plaatselijk) of daarvoor van het Latijnse locus (plaats) met het achtervoegsel -aal

Synoniemen
plaatselijk