lik - Zelfstandignaamwoord
1. aanraking met de tong
2. klein beetje substantie
♢ Doe er nog maar een likje extra bij
3. (informeel) gevangenis
lik - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van likken
♢ Ik lik
2. gebiedende wijs van likken
♢ lik!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van likken
♢ lik je?
Gepubliceerd op 04-12-2017
lik
betekenis & definitie