Gepubliceerd op 04-12-2017

levendigheid

betekenis & definitie

levendigheid - Zelfstandignaamwoord
1. vol met leven zijnde, enthousiast, dartel, vitaliteit, animo
Met veel levendigheid praatte de 100 jarige vrouw over haar jeugd en toen ze haar man had ontmoet.
Allegro assai is een muziekterm die 'met grote levendigheid' betekent

Woordherkomst
afgeleid van levendig met het achtervoegsel -heid