kruisschakelaar - Zelfstandignaamwoord
1. (elektrotechniek) een schakelaar met vier aansluitpunten (A1, A2 en B1, B2), die in een van de mogelijke standen kruiselings worden verbonden
♢ Een hotelschakeling krijg je pas als je tussen de wisselschakeling een kruisschakelaar zet.
Woordherkomst
samenstelling van kruis(werkwoord) en schakelaar
Verwante begrippen
kruisschakeling, wisselschakelaar, wisselschakeling
Gepubliceerd op 04-12-2017
kruisschakelaar
betekenis & definitie