Gepubliceerd op 04-12-2017

kruisschakelaar

betekenis & definitie

kruisschakelaar - Zelfstandignaamwoord
1. (elektrotechniek) een schakelaar met vier aansluitpunten (A1, A2 en B1, B2), die in een van de mogelijke standen kruiselings worden verbonden
Een hotelschakeling krijg je pas als je tussen de wisselschakeling een kruisschakelaar zet.

Woordherkomst
samenstelling van kruis(werkwoord) en schakelaar

Verwante begrippen
kruisschakeling, wisselschakelaar, wisselschakeling