kruiselings - Bijvoeglijk naamwoord
1. twee lijnen die elkaar kruisen in de vorm van een kruis
♢ Een pictogram met kruiselings een mes en een vork is het teken voor een restaurant.
♢ Bestrooi de zalmfilet rondom licht met zout en peper. Snijd de zalm in stukken van circa 2,5 x 5 cm. Rol ze of pak ze in met plakjes ontbijtspek en steek in elk spek-zalmpakketje kruiselings 2 satéprikkers. Leg de zalmspiesen tot gebruik afgedekt in de koelkast.
2. over en weer, bij elkaar
♢ Maandag was de Duitse Milieuminister Barbara Hendricks nog in ons land. Zij kwam met minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en energieminister Marie-Christine Marghem overeen dat België en Duitsland kruiselingse inspecties gaan organiseren van elkaars kerncentrales.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van kruisen met het achtervoegsel -lings met het invoegsel -e-
Synoniemen
kruisgewijs, kruisvorming
Gepubliceerd op 04-12-2017
kruiselings
betekenis & definitie