Gepubliceerd op 04-12-2017

kribbebijten

betekenis & definitie

kribbebijten - Werkwoord
1. (dierkunde) een ondeugd van ezels en paarden om aan de voerbak of staldeur te knagen
Geef de paarden geen suikerklontjes, anders gaan ze kribbebijten.
2. (psychologie) in een narrige bui met iedereen ruzie maken
Is hij alweer aan het kribbebijten? Hij heeft wel vaak de pest in tegenwoordig.

Woordherkomst
samenstelling van kribbe en bijten

Synoniemen
[2] bekvechten, hakketakken, kibbelen, kiften, kribben, ruziemaken, tegenstribbelen, twisten, vitten

Antoniemen
[2] inschikken, vleien

Verwante begrippen
[1] weven, [2] bui, gekrakeel, heibel, humeur, ruzie, sfeer,