kreupelen - Werkwoord
1. (ov) kreupel slaan, een persoon of dier dusdanig letsel toebrengen dat het zich voortbewegen blijvend bemoeilijkt of onmogelijk wordt
♢ Het paard werd door de aandoening aan zijn hoeven gekreupeld.
kreupelen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kreupele
Gepubliceerd op 04-12-2017
kreupelen
betekenis & definitie