krankzinnig - Bijvoeglijk naamwoord
1. lijdend aan een ernstige psychische ziekte
♢ Een krankzinnige koning was een ramp voor het land.
2. overdrachtelijk en afgezwakt: op een vreemde manier zeer opmerkelijk
♢ Hij kreeg soms de krankzinnigste vragen te beantwoorden.
Woordherkomst
Samenstellende afleiding van krank en zin met het achtervoegsel -ig
Verwante begrippen
dol, dolzinnig, gek, stapel, uitzinnig, waanzinnig
Gepubliceerd op 04-12-2017
krankzinnig
betekenis & definitie