Gepubliceerd op 04-12-2017

korrel

betekenis & definitie

korrel - Zelfstandignaamwoord
1. een enkele zaad van graan
Voor volkorenbrood gebruikt men meel waarin de gehele korrel is verwerkt..
2. basisdeeltje waaruit een granulair, korrelig materiaal bestaat
Bij klei zijn de afzonderlijke korrels uiterst klein.

korrel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korrelen
♢ Ik korrel
2. gebiedende wijs van korrelen
korrel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korrelen
korrel je?

Woordherkomst
afgeleid van het Middelnederlandse corn(e) of koorn met het achtervoegsel -el en assimilatie van de -n-

Uitdrukkingen en gezegden
♦ met een korreltje zout nemen
niet geheel serieus nemen
♦ iemand op de korrel nemen
iemand bekritiseren, bespotten

Verwante begrippen
koren