kolder - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) een hersenziekte bij vee
♢ Het paard leed al twee jaar aan de kolder.
2. onzin
♢ Wat een kolder, zeg!
3. leren harnas
4. paal
5. (scheepvaart) vaartuig dat kolt (die wijze kabeljauw vangen)
kolder - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kolderen
♢ Ik kolder
2. gebiedende wijs van kolderen
♢ kolder!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kolderen
♢ kolder je?
Gepubliceerd op 04-12-2017
kolder
betekenis & definitie