Gepubliceerd op 04-12-2017

koffer

betekenis & definitie

koffer - Zelfstandignaamwoord
1. een draagbare bergruimte waarin spullen kunnen worden meegenomen tijdens het reizen

koffer - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kofferen
♢ Ik koffer
2. gebiedende wijs van kofferen
koffer!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kofferen
koffer je?

Woordherkomst
Afkomstig van het Franse coffre, het Latijnse cophinus (korf), het Arabische quffa (korf) en het Oudgermaanse kober (korf, handtas).

Synoniemen
valies, reiskist