knal - Zelfstandignaamwoord
1. een kort, hard en luid geluid als van een ontploffing
♢ We hoorden een knal en zagen een rookpluim.
knal - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knallen
♢ Ik knal
2. gebiedende wijs van knallen
♢ knal!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knallen
♢ knal je?
Gepubliceerd op 04-12-2017
knal
betekenis & definitie