Gepubliceerd op 04-12-2017

kletspraat

betekenis & definitie

kletspraat - Zelfstandignaamwoord
1. onzin die iemand vertelt
Deze jongen had weer enorme kletspraatjes uitgekraamt over de wilde avonturen die hij op zijn vakantie had meegemaakt.
De informatie bestaat voor 90 procent uit gissingen, vermoedens, kletspraat en gekissebis tussen leken die het beter denken te weten dan andere leken. En ergens in die brij zit misschien de oplossing, maar misschien ook niet.

Woordherkomst
samenstelling van Naamwoord van handeling kletsen en Naamwoord van handeling praten

Synoniemen
geklets, gewauwel, prietpraat