Gepubliceerd op 04-12-2017

klerewijf

betekenis & definitie

klerewijf - Zelfstandignaamwoord
1. (pejoratief) vervelende ordinaire vrouw
Een klerewijf, maar wel een leuk klerewijf. Zo typeert trainer Chris de Korte (74) zijn pupil liefkozend. Ze lacht. „Van hem snap ik dat wel. Ik ben een sterke vrouw en kan vervelend en onhebbelijk zijn. Ik heb een grote mond en dat is een beetje eng. Het stoot meer mensen af dan dat het aantrekt, vooral mannen. Ik ben een powerwijf en wil ook geen softie als kerel. Ik zou over hem heen lopen. Maar wie me echt kent, kijkt dwars door me heen. Dat zijn acht, misschien negen mensen.”

Woordherkomst
afgeleid van wijf met het voorvoegsel klere-

Synoniemen
kutwijf, takkewijf, rotwijf, feeks