kleppen - Werkwoord
1. een klappend geluid voortbrengen
♢ Hij hoorde zijn brievenbus kleppen.
2. het geluid van een klepel tegen een klok voortbrengen
♢ De klokken klepten luid voor mij en Jimmy Boy.
3. (figuurlijk) voortdurend blijven praten over onbelangrijke onderwerpen
♢ Het ging helemaal nergens over, maar ze bleef maar kleppen.
kleppen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klep
Woordherkomst
[werkwoord] van Middelnederlands cleppen "een klappend geluid voortbrengen"
Gepubliceerd op 04-12-2017
kleppen
betekenis & definitie