kleden - Werkwoord
1. kleren aandoen
2. (refl), zich ~: met weefsel bedekken, van kleding voorzien
♢ Zij kleedt zich altijd volgens de laatste mode.
kleden - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kleed
Synoniemen
aankleedden
klederen, kleren
Gepubliceerd op 04-12-2017
kleden
betekenis & definitie