kits - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart) een zeiljacht met twee langsgetuigde masten, de achterste is ruim voor de positie van het roer geplaatst.
♢ De achterste mast van een kits is korter dan de grote mast.
kits - Bijvoeglijk naamwoord
1. (spreektaal) in orde, goed, prettig
kits - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kit
kits - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kitsen
♢ Ik kits
2. gebiedende wijs van kitsen
♢ kits!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kitsen
♢ kits je?
Woordherkomst
[zelfstandig naamwoord] van Engels ketch
[bijvoeglijk naamwoord] als deel van Jiddisch alles gites van het Duitse woord alles Gute "alles goed"
Verwante begrippen
draak, jol, regenboog, vrijheid, yawl, kitten
Gepubliceerd op 04-12-2017
kits
betekenis & definitie