Gepubliceerd op 04-12-2017

kijkgraag

betekenis & definitie

kijkgraag - Bijvoeglijk naamwoord
1. verlangend iets te zien
Bij het rumoerig, kijkgraag volk, dat een paar stuivers over had voor een staanplaats in de oude schouwburg (…) kon een schouwburgregent met de beheerste en gestileerde kunst van Vondel niet veel successen bereiken.

Woordherkomst
samenstelling van kijk(werkwoord) en graag(bijvoeglijk naamwoord)