Gepubliceerd op 04-12-2017

kiep

betekenis & definitie

kiep - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) keeper, doelverdediger

kiep - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kiepen
♢ Ik kiep
2. gebiedende wijs van kiepen
kiep!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kiepen
kiep je?