kien uit - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkienen
♢ Ik kien uit
2. gebiedende wijs van uitkienen
♢ kien uit!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkienen
♢ kien je uit?
Woordherkomst
uit kien (werkwoord) en uit(bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Gepubliceerd op 04-12-2017
kien uit
betekenis & definitie