keten - Zelfstandignaamwoord
1. uit losse, vaak metalen, schakels in een enkele rij aaneengeregen voorwerp
♢ Hij wist zijn ketenen te verbreken en zijn vrijheid te herwinnen.
2. (figuurlijk) onderling in verband staande rij van gelijksoortige zaken
♢ Het eiland wordt doorsneden door een keten van vulkanen.
3. (figuurlijk) vergelijkbare bedrijven op verschillende plaatsen die samen naar hun klanten als een geheel functioneren
♢ Hij bouwde het eethuisje van zijn ouders uit tot een keten van restaurants.
4. (figuurlijk) in de tijd opeenvolgende reeks van gelijksoortige verschijnselen
♢ Het conflict ontstond door een keten van misverstanden.
♢
keten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord keet
keten - Werkwoord
1. (intr) (informeel) lol trappen, op een rumoerige manier plezier hebben
keten - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ketenen
♢ Ik keten
2. gebiedende wijs van ketenen
♢ keten!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ketenen
♢ keten je?
Synoniemen
ketting
Verwante begrippen
keet (lol)
Gepubliceerd op 04-12-2017
keten
betekenis & definitie