kerkganger - Zelfstandignaamwoord
1. (religie) een gelovige die zich naar de kerk begeeft om de kerkdienst bij te wonen (mannelijke vorm)
♢ Als organist val je in een kerkdienst gemiddeld genomen wat meer op dan een gemiddelde kerkganger.
Woordherkomst
Afgeleid van kerkgang met het achtervoegsel -er
Samenstellende afleiding van kerk en gang met het achtervoegsel -er
Verwante begrippen
kerkbezoeker, kerkbezoekster, kerkgangster (vrouwelijke vorm van kerkganger)
Gepubliceerd op 04-12-2017
kerkganger
betekenis & definitie