keren - Werkwoord
1. (ov) de andere zijde toewenden
♢ Hij keerde de lap stof zodat de ongebruikte zijde te voorschijn kwam.
2. ergatief een voertuig een bocht van 180 graden doen maken
♢ Ik vermoedde dat ik op de verkeerde weg zat en ben daarom maar even gekeerd en teruggereden.
3. (ov) doen omwenden, tegenhouden, terugdrijven
4. (refl) zich ~:
keren - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord keer
Gepubliceerd op 04-12-2017
keren
betekenis & definitie