Gepubliceerd op 04-12-2017

kassei

betekenis & definitie

kassei - Zelfstandignaamwoord
1. straatkei gemaakt van natuursteen met de grootte van het hoofd van een kind en een afgeronde bovenkant
De Strade Bianche is in tien jaar tijd uitgegroeid tot een klassieker onder de klassiekers – vanwege de heroïsche taferelen onderweg, maar toch ook omdat spektakel gegarandeerd is. Adriaan Helmantel, ploegleider bij Team Sunweb: „In wedstrijden als Luik-Bastenaken-Luik of de Amstel Goldrace kun je met zes man een heuvel op rijden. Dat gaat ’m hier niet worden, met die grindpaden. Hier wordt altijd koers gemaakt. Dat maakt het gaaf om naar te kijken.” Gaaf, maar niet voor iedereen weggelegd. „Je hebt heel speciale vaardigheden nodig om hier goed te zijn”, zei Cancellara. Hij herinnerde zich de grote mentale vermoeidheid. „Net als met de kasseien in Parijs-Roubaix. Dat vergt enorme concentratie.”

kassei - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kasseien
♢ Ik kassei
2. gebiedende wijs van kasseien
kassei!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kasseien
kassei je?

Woordherkomst
straatsteen

Synoniemen
kinderkopje, kinderhoofdje, straatkei