Gepubliceerd op 04-12-2017

kamerbreed

betekenis & definitie

kamerbreed - Bijvoeglijk naamwoord
1. zo breed als een kamer, vooral van tapijt dat 400 cm breed is
2. (politiek) een kamerbrede meerderheid is een zeer ruime meerderheid in de Eerste of Tweede Kamer
Begin dit jaar besloot het kabinet al 100 miljoen euro extra uit te trekken voor de verpleeghuizen die het hardst geld nodig hebben. Aanleiding daarvoor een Kamerbreed gesteunde motie van de PVV die het kabinet vroeg het manifest ‘Scherp op Ouderenzorg’ van schrijver Hugo Borst en Carin Gaemers te omarmen. In april besloot het kabinet tijdens overleg over de Voorjaarsnota tot een investering van nog eens 100 miljoen structureel, zodat verpleeghuizen konden beginnen met het aantrekken van nieuw personeel.

Woordherkomst
samenstelling van kamer en breed