kalk - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde) aanduiding voor een aantal alkalische zouten van calcium, zoals calciumoxide (ook wel ongebluste kalk), calciumhydroxide (gebluste kalk) en calciumcarbonaat en calciumwaterstofcarbonaat
kalk - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalken
♢ Ik kalk
2. gebiedende wijs van kalken
♢ kalk!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalken
♢ kalk je?
Gepubliceerd op 04-12-2017
kalk
betekenis & definitie