Gepubliceerd op 04-12-2017

kaki

betekenis & definitie

kaki - Zelfstandignaamwoord
1. (kleding) dof, geelbruin geweven stof, vanaf de 20e eeuw veel gebruikt voor militaire uniformen
2. (kleur) de kleur van de stof kaki hebbend
Heeft u die ook in het kaki?

kaki - Zelfstandignaamwoord
1. (fruit) Diospyros kaki kakivrucht

kaki - Bijvoeglijk naamwoord
1. (kleur) de kleur van de stof kaki hebbend, dof geelbruin
Deze zomer zijn kaki en aubergine jurken in de mode.
2. (kleding) vervaardigd uit de stof kaki
Hij droeg een kaki broek.

Woordherkomst
via het Engels khaki van het Hindi ख़ाकी (khaki) "dof, geelbruin, de kleur van stof" dat weer ontleend is aan Perzisch خاکی (khak) "stof, as"

Verwante begrippen
Aziatische kaki, sharon, dadelpruim, fuyayaki, fuyu, godenpeer, hanafuya, kakivrucht, persimmon, sharonfruit