kaki - Zelfstandignaamwoord
1. (kleding) dof, geelbruin geweven stof, vanaf de 20e eeuw veel gebruikt voor militaire uniformen
2. (kleur) de kleur van de stof kaki hebbend
♢ Heeft u die ook in het kaki?
kaki - Zelfstandignaamwoord
1. (fruit) Diospyros kaki kakivrucht
kaki - Bijvoeglijk naamwoord
1. (kleur) de kleur van de stof kaki hebbend, dof geelbruin
♢ Deze zomer zijn kaki en aubergine jurken in de mode.
2. (kleding) vervaardigd uit de stof kaki
♢ Hij droeg een kaki broek.
Woordherkomst
via het Engels khaki van het Hindi ख़ाकी (khaki) "dof, geelbruin, de kleur van stof" dat weer ontleend is aan Perzisch خاکی (khak) "stof, as"
Verwante begrippen
Aziatische kaki, sharon, dadelpruim, fuyayaki, fuyu, godenpeer, hanafuya, kakivrucht, persimmon, sharonfruit
Gepubliceerd op 04-12-2017
kaki
betekenis & definitie