kaden - Werkwoord
1. (ov) een oever van een kade voorzien
♢ Simpele polderjongens hebben de dijken opgeworpen, gedempt en gegraven, gekaad en gepolderd, [kortom] het harde, zware werk gedaan.
kaden - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kade
Synoniemen
kades
Gepubliceerd op 04-12-2017
kaden
betekenis & definitie