Gepubliceerd op 04-12-2017

juist

betekenis & definitie

juist - Bijvoeglijk naamwoord
1. zoals het moet, waar
Momenteel is bijna een kwart van de diagnoses die gesteld worden bij patiënten die nog leven, niet juist.

juist - Bijwoord
1. daarnet, daarstraks, zopas, net, zo-even, zojuist, zonet.