juist - Bijvoeglijk naamwoord
1. zoals het moet, waar
♢ Momenteel is bijna een kwart van de diagnoses die gesteld worden bij patiënten die nog leven, niet juist.
juist - Bijwoord
1. daarnet, daarstraks, zopas, net, zo-even, zojuist, zonet.
Gepubliceerd op 04-12-2017
juist
betekenis & definitie