juffrouw - Zelfstandignaamwoord
1. jonge, gewoonlijk ongehuwde, vrouw
♢ Ze was toen nog maar een juffrouwtje, en een echte schoonheid.
2. (kindertaal) lerares, onderwijzeres, juf
♢ De juffrouw riep ons terug van het schoolplein.
Gepubliceerd op 04-12-2017
juffrouw
betekenis & definitie