jichoed - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) eenheid, met name van God
2. (Jiddisch-Hebreeuws) afzondering van man en vrouw, met name na de huwelijksplechtigheid
Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'enigheid, afzonderlijkheid'
Gepubliceerd op 04-12-2017
jichoed
betekenis & definitie