Gepubliceerd op 17-10-2017

Jehoedeeër

betekenis & definitie

Jehoedeeër - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van de stam Juda-2, inwoner van het gebied van Juda-3, ook Jood in het algemeen (89×: 2 Kon. 16:6 +, Jer. 32:12 +, Zach. 8:23, Dan. 3:8 +, Est. 2:5 +, Ezra 4:12 +, Neh. 1:2 +)

Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: afleiding van 'Jehoeda/Juda'

Verwante begrippen
Jehoedese, jehoedi, Jehoediet, Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Judeeër