jammeren - Werkwoord
1. (inerg) klagende, huilende geluiden maken
♢ Zij jammerde dat haar geld gestolen was.
jammeren - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jammer
Synoniemen
janken, grienen, kermen, klagen, weeklagen
Verwante begrippen
jammer, jammerklacht, jammerlijk, jammertoon
Gepubliceerd op 04-12-2017
jammeren
betekenis & definitie