Gepubliceerd op 04-12-2017

jaknik

betekenis & definitie

jaknik - Zelfstandignaamwoord
1. blijk van instemming door met het hoofd kort voorover te kantelen
De vedette van Anderlecht zag zijn woorden met een jaknik van meer dan 60.000 mensen beantwoord.
Je hebt me laten roepen, Bartels, vangt deze aan, heb je mij iets te vragen? Jaknik.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van ja knikken, op te vatten als samenstelling van ja(tussenwerpsel) en knik(zelfstandig naamwoord)