jakkeren - Werkwoord
1. ergatief zich haastig, jachtig ergens heen voortbewegen
♢ Hij was even op de motor op en neer naar Rome gejakkerd.
2. (inerg) haastig, jachtig voortbewegen, rijden
♢ Er werd door de motorjongens flink gejakkerd.
3. (ov) ~ door jachtig in versneld tempo iets doorvoeren
♢ Dat is wel even snel door het parlement gejakkerd, maar werkt het ook?
Woordherkomst
(freqtt) jakken met het achtervoegsel -er
Gepubliceerd op 04-12-2017
jakkeren
betekenis & definitie