Gepubliceerd op 04-12-2017

isomorf

betekenis & definitie

isomorf - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) lijn waardoor een gebied met bepaalde dialectische buigingsvormen afgebakend wordt

isomorf - Bijvoeglijk naamwoord
1. van dezelfde vorm

Woordherkomst
met het voorvoegsel iso- en met het achtervoegsel -morf

Synoniemen
gelijkvormig

Verwante begrippen
gelijkvormigheid, congruentie, isotagme, isolex, isofoon