invoer - Zelfstandignaamwoord
1. het invoeren
2. hoeveelheid ingevoerde goederen (vanuit het buitenland)
3. (techniek) toevoer van energie of informatie aan een systeem
invoer - Werkwoord
1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van invaren
♢... dat ik invoer
♢... dat jij invoer
♢... dat hij, zij, het invoer
Synoniemen
import
Antoniemen
uitvoer
Verwante begrippen
aanvoer
Gepubliceerd op 04-12-2017
invoer
betekenis & definitie