invallen - Werkwoord
1. ergatief vallend iets binnengaan
♢ Hij viel de kuil in.
2. ergatief iemands plaats tijdelijk innemen, bijvoorbeeld wanneer deze verhinderd is
♢ Hij is voor haar ingevallen.
3. ergatief plotseling verschijnen
♢ Ik kon door die typefout niet uitmaken of de vorstin gevallen of de vorst ingevallen was.
invallen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord inval
Woordherkomst
samenstelling van in(bijwoord) en vallen(werkwoord)
Gepubliceerd op 04-12-2017
invallen
betekenis & definitie