Gepubliceerd op 04-12-2017

intocht

betekenis & definitie

intocht - Zelfstandignaamwoord
Ze fotografeerde de landing in Normandië, intocht in Parijs, de bevrijding van Bergen-Belsen en op dezelfde dag maakte ze met collega en minnaar David Scherman beroemde foto’s in het bad van Adolf Hitler in zijn appartement in München.
1. een feestelijke, plechtige inkomst van een belangrijk persoon
Maar in onze eigen stad, Amsterdam, laten we de kerken vooral links liggen. Alleen toen onze twee zonen klein waren en we jaarlijks naar de intocht van Sinterklaas gingen, hadden we als gewoonte om na Zijn aankomst even de Basiliek van de Heilige Nicolaas te bezoeken, de katholieke koepelkerk tegenover het Centraal Station, waar een groot beeld van de heilige in de top van de gevel neerkijkt op de voorbijgangers.

Woordherkomst
samenstelling van in en tocht

Synoniemen
[1] invasie
[2] aankomst, binnenkomst, inkomst, intrede. zegepraal, triomftocht