insteek - Zelfstandignaamwoord
1. de handeling van het insteken
♢ De insteek van de naald is wat lastig als de huid verdikt is.
2. inbreng, benadering, wat men wil bereiken, wat men te berde brengt
♢ De insteek is nadrukkelijk meer ruimte te scheppen voor de eigen visies en missies van zuidelijke partners bij hun eigen capaciteitsopbouw.
3. (medisch) voorraad linnengoed die een instelling in huis heeft
4. (bouwkunde) voor een deel ingestoken tussenverdieping in een eenlaags huis met zeer hoge begane grond.
♢ .. is een 14de-eeuws huis met in wezen nog de oorspronkelijke insteek.
insteek - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insteken
♢... dat ik insteek
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van insteken.
Gepubliceerd op 04-12-2017
insteek
betekenis & definitie