inrijden - Werkwoord
1. (ov) rijdend ingaan, binnenkomen
♢ Veel weggebruikers schrikken wanneer ze een tunnel inrijden en remmen als gevolg daarvan af.
♢ Het is al bijna donker wanneer we de stad inrijden.
2. (ov) voorzichtig rijden met iets en het zo geschikt maken voor gebruik
♢ De importeur rijdt de motoren eerst in.
3. (ov) ~ op: expres aanrijden
♢ Toen de agent de man wilde aanhouden, reed de man op de agent in.
Gepubliceerd op 04-12-2017
inrijden
betekenis & definitie