innemendheid - Zelfstandignaamwoord
1. de hoedanigheid van het innemend zijn
♢ De innemendheid die hij had als klein jongetje was erg schattig.
Woordherkomst
Afgeleid van innemend met het achtervoegsel -heid.
Synoniemen
aanlokkelijkheid, aanminnelijkheid, aanminnigheid, aantrekkelijkheid, bekoorlijkheid, beminnelijkheid, bevalligheid, liefelijkheid, schoonheid
Gepubliceerd op 04-12-2017
innemendheid
betekenis & definitie