inlaten - Werkwoord
1. (refl) zich ~ met bemoeienis hebben met iets of iemand
♢ Hij liet zich daar niet mee in.
2. (ov) iemand verwelkomen bij de deur
♢ Wil jij onze gasten even inlaten?
3. (ov) toegang verschaffen aan iets
♢ Er werd water van het IJsselmeer ingelaten.
inlaten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord inlaat
Woordherkomst
samenstelling van in(bijwoord) en laten(werkwoord)
Gepubliceerd op 04-12-2017
inlaten
betekenis & definitie