inkoud - Bijvoeglijk naamwoord
1. ver afgekoeld
♢ Ellendig voelde hij zich, inkoud, koortsachtig koud en in zijn borst deed het zoo raar hol.
Woordherkomst
afleiding van koud (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
Verwante begrippen
in- en inkoud
Gepubliceerd op 04-12-2017
inkoud
betekenis & definitie