inkoper - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) iemand die voor zijn beroep goederen koopt bijvoorbeeld voor een winkel of restaurant
♢ SHV, het grootste familiebedrijf van Nederland, sluit binnenkort een bedrijf in Dubai. De reden: het dochterbedrijf betaalde jarenlang ongehinderd en systematisch inkopers van klanten in ruil voor opdrachten. De top van SHV wist hiervan en deed jarenlang niets.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van inkopen met het achtervoegsel -er
Synoniemen
handelsagent, afnemer
Antoniemen
verkoper
Gepubliceerd op 04-12-2017
inkoper
betekenis & definitie