indruk - Zelfstandignaamwoord
1. de uitwerking van iets op het gemoed of de geest
♢ De eerste indruk van hem was zeer goed.
2. een merk dat door indrukking ontstaat
♢ Doordat hij zijn ring op papier sloeg, ontstond er een indruk van zijn ring op het papier.
indruk - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indrukken
♢... dat ik indruk
Woordherkomst
van Middelnederlands indruc; afleiding van het (werkwoord) indrukken
Synoniemen
[1]: impressie
Gepubliceerd op 04-12-2017
indruk
betekenis & definitie