Gepubliceerd op 04-12-2017

inblauw

betekenis & definitie

inblauw - Bijvoeglijk naamwoord
1. heel blauw
Tussen de frisgroene alpenweiden lag een inblauw bergmeertje.
Greta dacht, dat ze de zee nog nooit zóó mooi had gevonden als vandaag: zoo inblauw, zoo vredig en rustig, dat zij, geheel onder den indruk daar van, zich blij voelde en stil gelukkig.

Woordherkomst
afleiding van blauw (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)

Verwante begrippen
in- en inblauw