inbitter - Bijvoeglijk naamwoord
1. (verouderd) heel bitter
♢ (...) Pieter Pieterszoon, die by de tydgenooten zyner jeughd, om 't uitkyken (al dat pas) van een inbitter hart, den bynaam van Draakebloedt plagh te draaghen;
Woordherkomst
van het Middelnederlandse woord inbitter, op te vatten als afleiding van bitter (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
Gepubliceerd op 04-12-2017
inbitter
betekenis & definitie