imam - Zelfstandignaamwoord
1. (religie) voorganger bij het gebed (in de islam)
♢ Vrouwen stenigen mag, zei de imam
2. hoofd van een islamitische rechtsschool
3. leider van een sjiitische gemeenschap
Woordherkomst
uit het Arabisch إمام (imām) "imam"
Gepubliceerd op 04-12-2017
imam
betekenis & definitie