huppen - Werkwoord
1. ergatief met beide benen of achterpoten tegelijk opspringend zich gericht verplaatsen
♢ De kangoeroe hupte door het bos.
2. (inerg) met beide benen of achterpoten tegelijk opspringend zich verplaatsen
♢ Er werd vrolijk wat gehupt door de jonge kangoeroemuizen.
Woordherkomst
van het Middelnederlands huppen
Synoniemen
hippen
Verwante begrippen
hoppen
Gepubliceerd op 04-12-2017
huppen
betekenis & definitie